Ein Karem

Ein Karem betekend “Lente van de Wijngaard”!

Als ik met mijn mede reisgenoten Israël bezoek, is het dorpje Ein Karem dat we regelmatig bezoeken op doortocht naar Yad Vashem, het officiële herdenkingscentrum over de Holocaust, waar ook velen geëerd worden voor het moeilijke en gevaarlijke werk wat zij gedaan hebben. Ook is het beroemde Hadassa Ziekenhuis nabij dit dorp, dat na de onafhankelijkheidsoorlog van 1948 is opgenomen door de gemeente Jeruzalem. Dit dorp is gelegen westelijk van Jeruzalem in een bergachtige- en bosrijke omgeving. Eigenlijk een prachtig gebied om te verblijven en zeker om te wandelen. Toch kent dit dorp een behoorlijke geschiedenis, want we gaan dan terug naar de zwangere Maria die de zwangere Elisabet, beschreven in Lucas 1:39 - Maria dan maakte zich op in die dagen en reisde met spoed naar het bergland, naar een stad van Juda. Overleveringen zeggen dat Ein Karem het dorp moet zijn waar Johannes de Doper is geboren en getogen. Ook de Jeruzalem Kalender van voor 638 wordt dit dorp al genoemd als de geboorteplaats van Johannes de Doper. Maar we gaan nog verder terug in de tijd, want bij een bron aan de toegang van het dorp aardewerk gevonden uit de Midden Bronstijd. Ook werd dit Beit HaKarem genoemd in Jeremia 6: 1; Nehemia 3:14. Later werd het opgenomen in de Islamitische veroveringen en weer later, als St Jean de Bois, heroverd door de Kruisvaarders. Gedurende die periode kende het dorp ongeveer 2000 bewoners, waarvan 29 Arabische families. In het Rockefeller Museum in Jeruzalem staat een in tweeën gebroken beeld van Aphrodite of Venus die in dit dorp is gevonden. Omstreeks 1100 werd er door Britse Bedevaartgangers een melding gemaakt van de slachting van 300 monniken door de Saracenen. Gedurende de 17e eeuw was het de Franciscaner Orde die grote sommen geld betaalden voor uitbreiding van het Klooster.

Voor 1948 bestond het dorp uit meer dan 3000 zielen en werd het dorp door het verdelingsplan van de VN ingedeeld in de internationale zone en onder toezicht van de VN, wat nooit is gebeurt. In februari 1948 werden de 300 goedbewapende guerrillastrijders versterkt door het, door de Britten, goed bewapende Arabische Bevrijdingsleger van Syriërs en Egyptenaren die in maart 1948 aanvallen pleegden op de Joodse konvooien op de hoofdweg van Tel Aviv naar Jeruzalem. Na het bloedbad in april 1948 in het dorp Deir Yassin, namen de vrouwen en kinderen de vlucht en later in april de resterende bewoners. In juli van 1948 werden een tweetal heuveltoppen veroverd door de Joodse troepen op de Arabische legers en werd het dorp een deel van gemeente Jeruzalem. Gedurende die maanden leed het dorp aan ernstige voedseltekorten. Omdat de woningen intact zijn gebleven werden daar nieuwe emigranten gehuisvest.

 

Naast de Mariabron, onder een Moskee, kent het dorp een aantal prachtige kerken, waaronder de RK St Johannes de Doper, die gebouwd is op Byzantynse overblijfselen, de RK Kerk van de Visitatie gebouwd in 1955, Klooster Les Soeurs de Notre-Dame de Sion (Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Sion), het 19e eeuwse Gorny of "Moscovia" Klooster, het RK St. Vincent-Ein Kerem is een tehuis voor geestelijk- en lichamelijk gehandicapte kinderen en de Maria Bron die gerestaureerd is in opdracht van Baron Edmond de Rothschild. Boven de bron is een Moskee.