Jeruzalem

Iedereen die Israël bezoekt wil natuurlijk ook naar Jeruzalem. Deze stad met een heel oud gedeelte, maar een net zo interessant “jong” gedeelte is zeker het bezoeken waard. Bij het jaarlijks bezoeken van Israël door de schrijver wordt Jeruzalem niet vergeten. Al is het alleen maar om heerlijk te dwalen in het oude deel.

 

Geschiedenis

Jeruzalem kent een miljoen inwoners, wat behoorlijk is voor een bergstad in het Midden Oosten. De bevolking is gemengd Joods/Arabisch.

Om Jeruzalem wordt er internationaal veel gesproken en besproken, omdat veel landen de mening hebben die door Israël niet wordt gedeeld. Maar sinds 1950 is het wel de hoofdstad en het regeringscentrum van Israël. Het oude deel wordt door de Arabische landen gezien als de hoofdstad van de identiteit Palestina met de naam al-Qoeds vertaald: "Het Heiligdom".

Vanaf de kustvlakte reis je door groene hellingen met veel bossen, maar aan de oostzijde grenst de stad aan de dorre woestijn van Judea.

De naam van Jeruzalem is afkomstig van de namen van twee steden Jebus van de Jebusieten en Salem naar de Kanaänitische god. In de Bijbel werd het ook de stad van David met Zion aangeduid.

In de 13e en de 14e eeuw voor Christus werd deze stad al op kleitabletten genoemd.

Jeru kan vernoemd zijn naar een bron of woning en Salem voor Vrede.

Mogelijk dat Salem al wordt genoemd in Genesis 14:18 met de ontmoeting tussen Abraham en Melchizedek de koning van Salem.

Ook andere volken roemen over Jeruzalem, zoals Hiërosolyma, waaronder de Hethieten.

 

 

Al in het boek van Jozua komt Jeruzalem voor. David was de Israëlische koning in 1004 voor Christus die zich daar vestigde nadat hij de stad veroverde op de Jebusieten. Hiervoor regeerde hij alleen over Hebron. Na het overlijden van Salomo in 922 voor Christus verviel het tijk in twee delen en werd Jeruzalem de hoofdstad van Juda.

 

In 849 voor Christus voerde de echtgenote van Koning Joram, Atalia, de Baäl viering in Jeruzalem, alsook in de Tempel. Zij was zo aardig om na de dood van haar zoon Ahazia de rest van het Koningshuis, behalve haar zoon Joas, om te brengen.

 

In 715 greep Koning Hizkia in en herstelde de eredienst en sloot een pakt met de Babiloniers en werkte samen met Egypte tegen Sanherib. In 701 belegerde Sanherib Jeruzalem en een aantal andere steden. Vanuit die periode stammen een aantal opgegraven woningen bij de Sionspoort.

 

 

Eerst was er een toename van nieuwe inwoners, maar velen vertrokken. Volgens Herodotus was dit de wijden aan een muizenplaag. Rond 630 was er een gemengde cultus en 40 jaar later was het Ezechiel die hier schande van sprak over de vrouwen die hun diensten in de Tempel aanboden.

In 597 voor Christus was het Zedekia die in opstand kwam tegen de Babylonische overheersers. Nebukadnezar II voerde toen een strafexpeditie tegen Juda en voerde velen weg en werd de tempel met de grond gelijk gemaakt.

 

Het was de Pers Cyrus die in 538 de Joden liet terugkeren naar Jeruzalem om de Tempel te herbouwen na toestemming van de huidige bewoners. Jeruzalem werd de hoofdstad van een Perzische provincie en 100 jaar na het overlijden van Cyrus kwamen nog eens 50.000 Joden terug uit ballingschap. In 515 ontstond er wel vijandschap tussen de teruggekeerde Joden en de Samaritanen. Nehemia werd in 445 een belangrijk Joods ambtenaar, die nog eens 10.000 Joden liet terugkeren. In 330 voor Christus werd het Perzisch Rijk overheerst door het Hellenistische Rijk onder leiding van Alexander III de Grote. In 312 nam de Egyptisch-Griekse koning Ptolemaeüs I Jeruzalem in, maar de Joden kregen van hem volledige godsdienstvrijheid. In 198 was het de Grieks-Syriërs die Jeruzalem innamen en het Hellenisme met geweld in de Tempel invoerden. Na de volksopstand van de Makkabeeën in 164, werd de Joodse eredienst weer hersteld in de Tempel. De Hasmoneeën verkregen in 143 de onafhankelijkheid van Juda en Jeruzalem de hoofdstad van een Joodse staat.

In 63 voor Christus zijn het de Romeinse Herodianen die Jeruzalem innamen. Herodus de Grote gaat dan wel de stad, als de Tempel, verfraaien, waaronder met de bouw van de Burcht Antonia.

In het jaar 66na Christus breekt de Joodse opstand uit die onderdrukt wordt door Vespasianus en Titus in het 70. De stad wordt verwoest en de Tempel in brand gestoken. Het enige overblijfsel is de westelijke muur, die daarna de Klaagmuur wordt genoemd. Keizer Hadrianus herbouwde de stad in 130 en in 135 brak de Bar Kochba opstand uit. Kort wordt Jeruzalem een onafhankelijke hoofdstad van de Joden met een tijdelijke Tempel. Maar voor kort, want Hadrianus laat het er niet op zitten en heroverde de stad. De Joden worden uit Jeruzalem verwijderd en werden de toegang verboden. Vanaf dat moment heet Jeruzalem: Aelia Capitolina en wordt het Tempelplein ontheiligd met een Romeinse tempel ter verering van Jupiter. Pas na 438 mogen de Joden weer terug naar Jeruzalem. In 326 bezoekt Helena de moeder van keizer Constantijn de Grote en krijgt de stad haar naam, Jeruzalem, terug. In 335 beval Constantijn de bouw van de Heilige Grafkerk.

 

Tijdens het Concilie van Chalcedon in 451 wordt het patriarchaat van Jeruzalem opgericht. Deze patriarch krijgt het bewind over drie Palestijnse provincies. Met behulp van de Perzen wordt de stad in 614 weer heroverd door de Joden. Maar voor kort, want de Byzantijnen veroverden de stad weer in 629. Tijdens de slag bij de Jarmuk in 637 draagt de patriarch de stad over aan de Kalief Omar, waarna de Arabieren de baas worden in dit gebied. De stad wordt dan zowel Al-Quds genoemd als Oeroesjalim. Voor de Moslims is het een heilige stad omdat hun profeet, Mohammed, met een vliegend paard naar het Tempelplein is gevlogen om vandaar naar de hemel te vliegen. De Joodse en de Christelijke gemeenschappen behielden onder Arabisch gezag hun onafhankelijkheid, evenals hun eigen rechtbanken en vrijheid in geloof. Men had zelfs een eigen vertegenwoordiger bij het Hof van de Kalief. In 1071 waren het de Soenitische (Seltsjoeken) Turken die de sjiitische Fatimiden verdreven en Kerken en Synagogen in brandstaken, de Sjiitische Arabieren vermoorden en verdreven. In 1091 wordt de stad weer heroverd.

De eerste kruistocht bereikt de stad in 1099. Alle Joden en Moslims worden uitgeroeid en overlevenden worden als slaaf verkocht. Godfried van Bouillon weigert koning genoemd te worden, maar wel als beschermer van de Heilige Grafkerk van het koninkrijk Jeruzalem. Godfried van Bouillon heeft vanaf die verovering intrek in de Al-Aqsamoskee, dat later de residentie wordt van de Tempeliers. In 1187 worden de kruisvaarders door de troepen van Saladin die geen bloedbad aanricht. In 1229 wist Keizer Frederik II van het Heilig Roomse Rijk de stad te heroveren. Het Koninkrijk Jeruzalem wordt in 1244 door de Ajjoebiden veroverd en later in 1260 door de Mammelukken. Hierna in 1517 werd het toegevoegd aan het Ottomaanse Rijk en konden de Joden in vrijheid terugkeren. De Joden konden ook weer Synagogen bouwen en genoten veel respect.

Gedurende de 1e Wereldoorlog waren het de Britten die het gezag van de Turken overnamen en werd de Joodse bevolkingsgroep de grootste van Jeruzalem. Tot 1922 bleef het Brits tot de Volkerenbond het Mandaat voorlopig aan de Britten liet. In dit mandaat is de Balfour-verklaring opgenomen dat de Joden het recht hebben op een Joods Nationaal Tehuis in Palestina. Maar tijdens de 2e Arabische opstand van 1936 t/m 1939 werden de Britten flink beïnvloed.

Na de 2e wereldoorlog werd in 1947 door de VN resolutie 181 aangenomen, die het land zou verdelen. 14 mei 1948 werd de Joodse staat Medinat Israël opgericht en werd Jeruzalem verdeeld in een Joods en Arabisch deel.  Op verzoek van 2000 Arabische notabelen wordt het oostelijk deel bezet door het Jordaanse leger, die alles wat Joods was vernielde. Vreemd dat zelfs de VN geen aandacht schonk aan deze illegale annexatie van Oost Jeruzalem. Behalve de Scopusberg, dat een Joodse enclave bleef binnen Jordaans bezet grondgebied. Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 worden de beide delen van de stad weer herenigd en komt het volledig onder Israëlisch bestuur. Met als eerste burgemeester, Teddy Kollek.

 

Het is bedroevend de geschiedenis over de Stad van de Vrede zo te moeten lezen. Ook nu in 21e eeuw gaat de ruzie gewoon door.

Jammer!