Vogelliefhebbers wereldwijd, maar zeker Europese vogelaars, bezoeken Israël heel graag. In het najaar is het voornamelijk Eilat, als de vele Europese vogels naar het verre Afrika trekken. En in het voorjaar is weer Eilat, maar dan ook de gehele Middellandse zeekust een lust voor het oog als miljoenen vogels, waaronder ooievaars en kraanvogels overvliegen en zelfs even naar het land komen om te rusten. Dit omdat het gebied dat de Jordaan, Dode Zee en de Arava de luchtstroming duidelijk noord-zuid gericht is en in het voorjaar de Middellandse Zeekustregio de luchtstroming zuid-noord gericht. Tijdens beide reizen van al die vogels tussen Europa en Afrika vis versa is het Hula dal een rustplaats, omdat deze vogels daar niet alleen rusten, maar in het visrijke reservaat zich goed kunnen voeden. Waarom, is dit bij velen onpopulaire, Israël bij vogels zo gigantisch populair? Dit heeft te maken met de oversteek van de Middellandse Zee, die voor vogels tijdens de trek te gevaarlijk is en daarom vaak kiezen voor een omweg over land via Israël.

Maar nu het Hula reservaat zelf. Tot de jaren 50 van de vorige eeuw was dit dal dat een onderdeel is van de bovenloop van de Jordan een groot gebied van moerassen en meren. Dit is in wezen later ingepolderd en bemalen. Voor die drooglegging zijn vele duizenden Eucalyptus bomen geplant die heel veel water kunnen consumeren. Maar omdat de nieuwe bewoners van dit gebied, waarvan de meesten de Joodse bewoners zijn van de vele “Kibutzim”, natuurontwikkeling c.q. natuurbehoud heel belangrijk vonden en nu nog vinden, werd het huidige Hula-reservaat behouden en toegankelijk gemaakt voor bezoekers. Tevens is er ook een informatiecentrum. Opmerking, dat dit dal ook voor een groot deel is drooggelegd, omdat het een broedgebied was voor de Malariamug, die ook in het noorden van Israël velen met Malaria besmetten. Het mooie van dit dal is ook dat het uitzicht vanuit Galilea het mooiste is met de Hermon op de achtergrond.

Zie Jozua 11: 5

Al deze koningen verzamelden zich, en zij kwamen en sloegen gezamenlijk hun kamp op bij de wateren van Merom om tegen Israël te strijden.